Dit jaar liep redactrice Sanne op 23 april 2017 voor
het eerst de Antwerp Ten Miles. Een personal trainer stoomde haar klaar.
Tekst: Sanne
De Lee voor Libelle magazine april 2017
Drie jaar. Zo lang roep ik al dat ik de Antwerp Ten
Miles wil lopen. Tijdsgebrek, sociale verplichtingen en slecht weer - eigenlijk
synoniemen voor een gebrek aan lef - dwarsboomden mijn wilde plannen, en verder
dan een halfuurtje lopen geraakte ik thuis nooit. Niet dat ik niet sport: ik
fitness twee keer per week. Ideaal om in vorm te blijven en mijn zittend beroep
te compenseren. Maar mijn fitnessroutine was nogal eentonig en vooral afgestemd
op de televisieprogrammatie (toestellen met schermpjes, weet je wel). Afgelopen
zomer begon ik daarom ter afwisseling toch opnieuw met lopen. En dit keer ging
het goed! Zo goed dat ik halverwege januari voor het eerst dacht: dit wordt
mijn jaar. Dit keer loop ik de Ten Miles uit!
Sporten in een groene oase
Om te vermijden dat ik weer afhaak, nam ik een personal
trainer onder de arm: Max Icardi van
Functional Training. Met zijn vrouw Greet bracht hij onlangs het boek 'Wat
is jouw excuus?' uit, om mensen in beweging te krijgen en excuses (te veel werk,
geen tijd, geen zin, ...) te helpen overwinnen. "Dat is ook wat we met
Functional Training doen: zoveel mogelijk barrières wegwerken om níét te
sporten", legt Max me bij het intakegesprek uit. We zitten met een kop
groene thee in zijn trainingsstudio in Lille. Het zonnetje schijnt. Door het
grote raam kijk ik uit op het groen. Dit is een oase van rust, geen betonnen
sportzaal. "Sport komt voor veel mensen op de allerlaatste plaats. Begrijpelijk
in onze drukke maatschappij, maar eigenlijk is bewegen een basisbehoefte als
eten en slapen. Onze aanpak is daarom afgestemd op ieders leven. Ik train
topsporters, maar net zo goed beginners of jonge mama's die hun kindje
meebrengen. Dan installeren we een speelhoekje of Greet babysit, terwijl mama
traint. Alles gebeurt in een afgesloten ruimte, zonder pottenkijkers." Klinkt
als muziek in m'n oren. Niets erger dan staan puffen en zweten terwijl er
mensen toekijken!
En hoe zit het met de trainingen zelf? "Ook
die zijn afgestemd op jouw niveau. Veel mensen denken bij een personal trainer aan
een roepende spierbundel die de lat torenhoog legt. Dat klopt dus niet. We zijn
geen beulen, want dan houdt niemand vol. Elke sessie duurt precies een uur, en je
kunt hier douchen."
Pittig, maar motiverend
Genoeg gepraat. Max gaat de komende weken mijn
looptechniek onder handen nemen. Hoe beter die zit, hoe vlotter de zestien
kilometer van de Ten Miles zullen gaan. Eerst legt hij me uit hoe ons lichaam werkt
tijdens het lopen, daarna krijg ik oefeningen. Max stuurt mijn houding en
techniek bij. Ik heb een goed en een minder goed been, leer ik. En mijn knieën
draaien een beetje naar binnen. Aan het eind van de sessie doen we krachttraining.
"Voor lopers is dat belangrijk om sterker te worden en een betere
lichaamsbalans te krijgen." Ik let amper op, want echt: dit is pittig! Ik
zweet en ik zwoeg. Max geeft tips zodat ik de oefeningen ook thuis kan doen. En
eerlijk gezegd kijk ik daar alvast naar uit. Want ook al was dit een stevige
workout, ik ben echt gemotiveerd!
Door regen en wind
Training twee. En het contrast met de vorige keer
is groot. Het regent, het waait, ik heb deadlinestress en trainen is het
laatste waar ik zin in heb. Plus: ik heb nog nooit zo veel spierpijn gehad! Max
lacht. "De dag na een eerste training krijg ik vaak een sms waarin mensen vertellen
hoe stijf ze zijn. Dat is normaal: je gebruikt spieren waarvan je niet eens wist
dat je ze had." Dat kan ik beamen: de oefeningen bij Max hebben meer
effect dan mijn sit-ups in de fitness. Ik trek een regenjasje aan, want we gaan
naar buiten. Max houdt me nauwlettend in de gaten terwijl ik een rondje loop.
"Je voeten komen goed neer, maar je armen zwaaien en je loopt wat in
elkaar gezakt." Dat verklaart waarom ik last krijg van mijn knieën tijdens
het joggen: m'n bovenlichaam wiebelt, dus draaien mijn knieën mee.
Dat gaan we oplossen. Max plaatst kegels op 20
meter van elkaar. Ertussen moet ik allerlei oefeningen doen om me bewust te
worden van mijn bovenlichaam: lopen met mijn armen achter mijn hoofd, met de
knieën hoog, armen in mijn zij, ... Ik werk me in het zweet! Maar Max is
geduldig, moedigt me aan als ik het goed doe, corrigeert wat ik fout doe en
laat me tussendoor op adem komen. Aan het eind van de sessie doe ik opnieuw een
toertje en ja hoor: dit voelt al heel anders aan. Al gaat het nog stroef.
"Dat is heel logisch", legt Max uit. "Maar het is net de bedoeling
om nu uit je comfortzone te komen en gewoontes te doorbreken." Als ik
onder de douche sta, bedenk ik tevreden dat er van het opgejaagde gevoel toen
ik hier aankwam, geen sprake meer is.
Yes, een uur aan een stuk!
De dag nadien ga ik tussen de middag een halfuurtje
lopen met collega Carolien. Ik oefen mijn techniek en merk dat mijn ademhaling
rustiger is. Maar het hoogtepunt van de week is voor het weekend. Dan loop ik
een uur, en het gaat zó goed! Als ik merk dat ik inzak, pas ik mijn houding aan
en dat geeft letterlijk een duwtje in de rug. Tussendoor betrap ik mezelf erop hoe
nauwlettend ik andere joggers in de gaten hou. Ik zie meteen wie de juiste
techniek heeft en wie niet.
Flashback naar het middelbaar
Tijdens training drie waait het keihard. Toch gaan
we naar buiten, want Max wil me de beeptest laten doen. Ken je die nog? Heen en
terug lopen op een afstand van 20 meter, terwijl het tempo van de biep steeds wordt
opgedreven. Ik word teruggekatapulteerd naar de middelbare school. Min het
vreselijke sportuniform dan. Ik scoor 'aanvaardbaar' (al gebruikt de app nogal
strenge bewoordingen, stelt Max me gerust) en ben kapót. Maar het einde is nog
niet in zicht. Max bekijkt nog mijn spurttechniek en dan gaan we naar binnen om
te oefenen op lichaamsbalans. "Goed en niet goed," antwoord ik als
Max me aan het eind van de sessie vraagt hoe ik me voel. "Perfect, dat
moeten we hebben", lacht hij.
In de keuken analyseren we aan de hand van de app
Runkeeper mijn voorbije trainingen. Stapfrequentie en tempo zitten goed, maar
ik start te snel. En dat wreekt zich na een paar kilometer met spierkramp en
steken in m'n zij. Trager starten, dus.
Zo gezegd, zo gedaan. De week nadien loop ik 45
minuten in de Vlaamse Ardennen, waar we op familieweekend zijn. Ook al is het
bergop en bergaf, ik heb mijn ademhaling perfect onder controle en krijg geen kramp
in mijn benen. Eén van de beste trainingen tot hier toe.
Laat maar komen, die Ten Miles!
Als laatste sessie doet Max krachttraining met
gewichten. Mijn sterke punt, blijkbaar, want de oefeningen gaan heel vlot. Ik
zet mijn spieren flink aan het werk. Het is opnieuw een pittig uurtje, maar aan
het eind voel ik me on top of the world!
Stiekem vind ik het jammer dat dit mijn laatste training is. Max belooft nog
oefenschema's te bezorgen zodat ik thuis verder kan werken aan kracht en balans.
Hij geeft me extra tips voor de Ten Miles ("Als je 10 à 12 kilometer kunt
lopen aan een goed tempo, ben je er klaar voor.") en als ik in tussentijd
vragen heb, mag ik hem contacteren.
Maar hij is er gerust in. In vier weken heb ik hier
enorm veel geleerd. Ik weet hoe ik ongemakken (pijn, ademhaling, krampen,
steken in de zij,...) tijdens het lopen voor kan blijven, ken de juiste
technieken, heb m'n eigen lijf beter leren kennen en haal veel meer uit mijn
sportsessies thuis. Maar het allerleukste aan de begeleiding? De ongedwongen,
huiselijke gezelligheid bij Max en Greet. Sport draait hier echt om plezier.
Jezelf tegenkomen en daar beter van worden. Tijd voor jezelf nemen en je daar
niet schuldig om voelen. Op die manier volgt de motivatie vanzelf. Laat die Ten
Miles maar komen. Ik ben er klaar voor.
Praktische info
• 'Wat is
jouw excuus? Stop met uitvluchten en start een sportief leven.', door Greet
van Opstal & Max Icardi, uitg. Horizon, € 24,99
• Alles over
Max en Greet op www.functionaltraining.be en www.maxicardi.com
• Runkeeper,
gratis voor iOS en Android.
• Alles over de Antwerp Ten Miles op www.sport.be/antwerp10miles
Reacties
Een reactie posten